...Kerst, hoe lang is het al niet geleden dat hij zelf het kerstfeest heeft gevierd? Onze schrijver kan het zich niet herinneren. Hij loopt weer naar het raam en staart over het plein. De wind doet de straatverlichting slingeren. Sneeuwvlokken jagen in geel dansend licht over het plein. Beneden heeft een kerstbomenverkoper zijn kerstgeluk uitgestald; de bomen leunen rijendik tegen elkaar. Daarnaast een groepje heilsoldaten dat erg hun best doet zichzelf rechtstreeks de hemel in te zingen.
Een glimlach verschijnt op zijn lippen. Kerst is een feest van mensen en warmte. Wat heeft hij; Tiberius en een paar flessen rode wijn. Mompelend strompelt hij naar de kachel en gooit nog wat blokken in het vuur. "De tamme kastangnes zullen nu wel gaar zijn" denkt hij en hij brandt zijn handen als hij ze van de roodgloeiende plaat wil pakken. Een vloek ligt op zijn lippen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten