donderdag 29 juli 2010

White Material *


Een film gebaseerd op een zwaar verhaal is helemaal niet erg zolang het maar geen overdreven zware film oplevert. Het vereist vakmanschap, humor en een originele geest om dit voor elkaar te krijgen. In Frankrijk lopen zulke regisseurs en scenarioschrijvers waarschijnlijk niet rond. Althans ze zijn er misschien wel maar dan krijgen ze geen kans door te dringen tot het gangbare filmcircuit. Wat is dat toch met die Fransen? Waarom nemen ze zichzelf altijd zo vreselijk serieus zonder dat er ook maar een greintje humor te bespeuren valt? Het meest humorvolle dat de Franse filmindustrie heeft voortgebracht zijn de flauwe films van die kleine druktemaker Louis de Funès. Echt iets om trots op te zijn.

White Material van regisseur Claire Denis zet de traditie van de loodzware Franse film vrolijk voort. Lange tijd weet je als argeloze sneakganger niet waar of wanneer het verhaal zich afspeelt en al helemaal niet wat er aan de hand is. White Material is vooral fragmentarisch en zwijgzaam waardoor je als toeschouwer het eerste half uur voornamelijk bezig bent de eindjes aan elkaar te knopen om iets van het verhaal te kunnen begrijpen. White Material gaat over de verhouding tussen zwart en blank in een Afrikaans land in burgeroorlog en vertelt het verhaal van een vrouw (Isabelle Huppert) die een koffieplantage runt en (tegen alle adviezen in) weigert de plantage te verlaten om gedreven verder te ploeteren. De dreiging van moord en doodslag is voortdurend aanwezig en uiteindelijk loopt het natuurlijk allemaal verkeerd af.

Geëngageerde linkse intellectuelen zullen waarschijnlijk (vanuit een luxe bioscoopstoel) roepen dat het een hoogst verantwoorde en intelligente film is die een wereldwijd probleem aan de kaak stelt. Bij mij wekte hij alleen maar irritatie op en Claire Denis zorgde er voor dat ons sneak-avondje uitliep op een deprimerende kijkervaring. Iets wat je aan die Fransen wel kunt overlaten.

dinsdag 27 juli 2010

Greenberg ***


He's got a lot on his mind

Ben Stiller; ik weet niet goed wat ik ermee aan moet. De films die hij maakt spreken me over het algemeen niet aan. Als ik alleen al denk aan Meet the Fockers, A night at the Museum of Along came Polly word ik al moe. Tegelijkertijd weet Stiller het genre van ongemakkelijke en flauwe humor naar zo'n niveau te tillen dat dat eigenlijk weer respect afdwingt. Ben Stiller is op zijn best in lastige situaties waarin hij als een soort indringer gedwongen wordt zich staande te houden in een voor hem vreemde omgeving onder stressvolle omstandigheden.

Greenberg gaat over Rodger Greenberg (Ben Stiller) een veertiger die duidelijk is blijven hangen in de jaren 80 en nog altijd denkt dat hij even jong is als in die tijd. Na een korte periode in een psychiatrische inrichting besluit hij een tijdje niets te doen. Hiervoor verruilt hij New York voor Los Angeles om een poosje op het huis en de hond van zijn broer te passen. Greenberg weet eigenlijk niet wat hij met zijn leven wil terwijl iedereen in Los Angeles uitermate succesvol en ambitieus blijkt te zijn. Als sociaal-vreemde neuroot is Rodger nou niet bepaald de meest prettige persoon om mee om te gaan en dit levert een aantal hilarische situaties op. Alhoewel Rodger niet de meest sympathieke figuur is en er qua actie niet veel gebeurt leef je wel met hem mee en de subtiele ontwikkeling die hij doormaakt houdt het interessant. Al met al een onderhoudende film met herkenbare (schrijnende) situaties en zo nu en dan flink bijtende humor. Het tempo is wat aan de langzame kant en de lengte had wat korter gemogen. Ben Stiller speelt de rol van zijn leven en het geheel is op zo'n manier gefilmd dat het "Jaren 80 gevoel" weer helemaal terugkomt.

vrijdag 16 juli 2010

Stormschade?


Toch raar dat wanneer er woensdag een supercel als een ware Vlek Des Doods over Nederland trekt die in Velthuizen een stuk of twintig caravans het water inblaast en vijf hoogspanningmasten meesleurt, er pas twéé dagen later op de Singel spontaan een boom wordt ontworteld (waarbij een paar fietsen, een Mini en een catamaran sneuvelen) terwijl even verderop een klassiek houten bootje zinkt. Toeval of een voorteken van wat ons nog te wachten staat? Hoe dan ook, het leverde mooie plaatjes en typisch Amsterdamse taferelen op.



maandag 12 juli 2010

De Finale



De grootste vraag voor aanvang van de Finale was volgens mij niet: "Wie gaat er winnen?" maar: "Waar gaan we kijken?". Met bijna tropische temperaturen op de thermometers en onweersbuien vér bij ons vandaan was binnen thuis kijken geen optie. Massa-emotie en Oranjegekte wilden we meemaken dus werd gretig ingegaan op de uitnodiging om bij Marja en Michel (die tijdelijk hun intrek in het huis van Sjors en Lillian hebben genomen) in de stad te kijken. De combinatie van een inventieve overbuurman, een beroemde brug in renovatie en een ambitieus bedrijf op zoek naar zo veel mogelijk publiciteit tegen zo weinig mogelijk kosten kan mooie dingen opleveren. Zo ook vanavond, De Magere Brug werd in no-time en volkomen illegaal verbouwd tot een intieme buiten-bioscoop met grasmat en een stuk of veertig oranje Chesterfields. Met de brug als projectiescherm en de ondergaande zon recht in je ogen was er de eerste twintig minuten nauwelijks iets van de wedstrijd te zien maar ach... wat maakte het uit; het bier was koud, de stemming gespannen maar relaxed en ik heb begrepen dat er op de karatetrap van Nigel de Jong na niet veel gebeurde. De zon ging onder, de beelden werden scherper, de Amstel lag er prachtig bij, het Parool was er en helikopters die de situatie op het Museumplein in de gaten moesten houden cirkelden regelmatig over onze hoofden. De Opblaas-Chesterfields van Blofield waren mega-fun en zaten uitermate comfortabel (*Check vooral de Website*). Kortom topavond op een toplocatie. Alleen jammer dat scheidsrechter Webb iets teveel beïnvloed was door Octopus Paul. De kater trekt (terwijl ik dit schrijf) langzaam weg met als enige voordeel dat ik die misplaatste en totaal overbodige rondvaart van morgen zonder schuldgevoel aan me voorbij kan laten gaan.

maandag 5 juli 2010

Nordwand ****


Heinrich Harrer schreef er een bloedstollend spannend boek over (Die Weisse Spinne), Joe Simpson maakte er een indrukwekkende documentaire over (The Beckoning Silence) en nu heeft Philipp Stölzl er een film over gemaakt; Nordwand. Ik heb het over de Noordwand van de Eiger: bijna 4000 meter steil omhoog, ijzig en voortdurend geteisterd door lawines en vallend gesteente. Daardoor is tot aan 1935 elke poging de top te halen mislukt of erger; dodelijk afgelopen. Gevolg was dat deze "onneembare" wand niet alleen een onweerstaanbare aantrekkingskracht op bergbeklimmers uitoefende maar stond hij ook in de belangstelling van het in die tijd opkomende Nazie Regime. Zij hadden de berg betiteld als "Het Laatste Grote Probleem in de Alpen" en zagen het als prima propaganda wanneer de top als eerste door een paar gezonde Duitse jongens beklommen zou worden. Zodoende begonnen de ervaren en onverschrokken Duitse bergklimmers Tony Kurz en Andreas Hinterstoisser aan hun klim met als doel als eerste mens de top, eeuwige roem en een olympische medaille voor de spelen van 1936 te halen.


Nordwand is de verfilming van deze beklimming en het is geen verrassing als blijkt dat hun tocht naar glorie uitloopt in een strijd te overleven. Halverwege de klim slaat het weer om en getroffen door een lawine raakt één van de klimmers (twee Zwitsers hebben zich onderweg bij Tony en Andi aangesloten) ernstig gewond. Ze zijn gedwongen terug te keren en in deze hopeloze afdaling gaat het goed fout. De bergscènes zijn uitermate realistisch en spannend gefilmd. Duizelingwekkende hoogtes en nagelbijtacties laten je op het puntje van je stoel zitten jezelf afvragend wanneer de volgende pin uit de bergwand zal schieten. Het materiaal uit die tijd (touwen, jassen en klimuitrusting) is zo primitief dat het een wonder is dat ze überhaupt naar boven kwamen. Stölzl filmt zó dicht op de klimmers dat je de kou en bevroren vingers bijna kunt voelen en je vraagt je geregeld af hoe dit in godsnaam gefilmd is. Het contrast tussen de meegereisde journalisten die vanuit de luxe van hun hotel met telescopen goed zicht op de gehele bergwand (inclusief de doodvriezende klimmers) hebben en de doodstrijd van de klimmers kan bijna niet groter en wordt mooi in beeld gebracht.

Stölzl heeft met zijn verfilming zo dicht mogelijk bij het ware verhaal willen blijven en dat is mooi. Wat zich op de berg afspeelt is namelijk boeiend genoeg en duldt eigenlijk geen afleiding. Helaas heeft hij gemeend er toch een onvermijdelijke liefdesdraad doorheen te moeten weven. De uiteindelijk reddingsactie om via de spoortunnel die door de berg loopt contact met de klimmers te maken en die het dramatische einde inluidt wordt door dit romantische intermezzo volkomen onrealistisch maar niet minder hartverscheurend. Nordwand is een ijzingwekkend spannende film en een prima alternatief voor de komende hittegolf. (Trailer)