zaterdag 31 mei 2008

Noord/Zuid

In het kader van De Bouw Maakt Het was het vandaag Open Dag bij de Noord/Zuidlijn. U weet wel; dat miljoenen verslindende project dat van Amsterdam nog tot minstens 2015 één grote bouwput maakt. Om nu eens zelf te zien wat er nu precies rond het CS en onder de grond gebeurt en waarom dit allemaal zo lang moet duren besloten we daarom hoogstpersoonlijk naar de open dag te gaan om ons daar te laten informeren. Wat we kregen te zien was nogal indrukwekkend; oké het is inderdaad niet goedkoop en het duurt allemaal te lang maar dan hebben we straks ook wel wat.

Het eerste dat opviel is dat alles aan het project gigantisch is. Niet alleen de kosten (inmiddels begroot op 2 mld Euro), maar ook de apparatuur, boormachines, bouwputten, damwanden en noem maar op. Onder het CS wordt momenteel hard gewerkt aan een sleuf van 60 meter diep waarin de buizen van de metro moeten komen te liggen terwijl de treinen bovengronds gewoon doorrijden. Volgende maand begint het boren van de tunnel tussen CS en Rokin. Probleem zijn de vele houten palen en restanten van oude kademuren die in grote getalen in de Amsterdamse grond liggen. Hoe irritant de bouw van de lijn ook is, volgens onze bevlogen gids worden ondergronds wonderen verricht en geniale constructies en oplossingen bedacht. Ons bezoek concentreerde zich voornamelijk rond de ontwikkeling van het stationseiland omdat we nu eenmaal op CS rondliepen. Met name de ontwikkeling aan de IJ-zijde spreekt tot de verbeelding. Daar komt het nieuwe busstation dat zal worden overkapt met een gigantische koepel van koud gebogen glas; 360 meter lang en 22 meter hoog, compleet met fietspad en Kiss & Ride strook. Een bezoekje aan het informatiecentrum bij het CS is zeker de moeite waard. Daar is een permanente tentoonstelling met verhelderende en mooi uitgevoerde maquettes van het hele plan.

Na twee uur vol bouwtermen en supperlatieven hielden we het voor gezien en namen de pont naar de overkant om op het terras van de Y-kantine in het zonnetje alles nog eens op ons in te laten werken en te genieten van alles wat daar voorbij kwam.

donderdag 29 mei 2008

Leatherheads (-)


Elke keer als ik tegenwoordig het hoofd van George Clooney zie verwacht ik dat hij me een kopje automatisch gezette koffie gaat aanbieden en bij Renée Zellweger heb ik steeds het idee dat ze in een soort camouflage-jurk rondloopt waarin ze bijna geheel tegen de achtergrond verdwijnt. Alleen een mond die er uitziet alsof hij net een halve citroen heeft leeggebeten blijft hinderlijk zichtbaar.

Die twee samen in één film voorspelt niet veel goeds. Leatherheads is een zogenaamde Screwball Comedy; een genre dat in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw heel populair was. Nu blijkt George daar een groot liefhebber van te zijn en als regisseur vond hij het dus blijkbaar nodig dit overleefde concept weer eens af te stoffen en zelf een film te maken geheel in de beste Screwball Comedy traditie. Screwball Comedy moet aan strakke regels voldoen om als zodanig bestempeld te kunnen worden. Zo moet er sprake zijn van twee tegengestelde hoofdrolspelers; een man en een vrouw waartussen het in het begin flink botst maar waarbij ook vanaf het begin duidelijk is dat ze elkaar zullen krijgen. Er wordt veel en vooral snel gepraat in scherpe dialoog maar het meest belangrijk is toch vooral dat de film een hoog Slapstick gehalte moet bezitten.

Het is George heel aardig gelukt om bovenstaande in een film te verwerken maar of de film ook een succes zal worden betwijfel ik. Een flinterdun verhaal en de één-dimensionale karakters konden niet echt boeien. Bij de zoveelste melige vechtscène ondersteund door ragtime muziek hielden we het voor gezien. Einde niet gehaald en nu zullen we dus ook nooit weten of die twee elkaar nu gekregen hebben...

donderdag 22 mei 2008

El Orfanato ***


Een oud vrijstaand (wees)huis, een vermist kind, onzichtbare weeskinderen en eng uitziende personages die onaangekondigd langskomen. Als ik het zo opnoem lijkt El Orfanato te zijn gemaakt met het handboek horrorfilm in de hand. Toch is deze Spaanse weeshuis-horror-film anders. Subtieler dan de doorsnee horrorfilm wordt de spanning langzaam opgebouwd.

Laura (Belén Rueda) koopt het huis waar ze als (wees)meisje is opgegroeid met de bedoeling er zelf een tehuis voor kinderen te beginnen. Al snel nadat ze in het huis zijn ingetrokken begint haar zoontje Simon zich vreemd te gedragen. Hij praat met onzichtbare vriendjes en er zijn vreemde klopgeluiden. Op de dag van de feestelijke (en eng gefilmde) opening verdwijnt haar zoontje van de aardbodem. Een eindeloze zoektocht en de hulp van een angstaanjagend medium mogen niet baten; Simon blijft spoorloos. Uiteindelijk volgt er een originele ontknoping en blijken de meeste bovennatuurlijke verschijnselen best verklaarbaar. Een ontknoping waaraan je, als je niet oppast, zelfs een schuldgevoel overhoudt.

El Orfanato doet denken aan films als The Others en Dark Water en overtuigt op alle fronten; mooi verhaal, sterk geacteerd en niet teveel maar wel heftige schrikmomenten. Eindelijk eens een film waarin op een natuurlijke manier wordt duidelijk gemaakt wat er nu precies gebeurd is zonder al te veel kunstgrepen of overduidelijke aanwijzingen van de regisseur. De Spaanse debuterende regisseur Juan Antonio Bayona neemt zijn publiek serieus en dat is iets wat ik kan waarderen.

zondag 18 mei 2008

Happy-Go-Lucky ***


De verwachtingen waren hoog gespannen voor deze film die in de recensies werd omschreven als een Feel Good movie van Mike Leigh (oa. Secrets and Lies en het abortusdrama Vera Drake). Happy-Go-Lucky gaat over een Londense basisschoolonderwijzeres die het niet al te breed heeft maar met haar onverwoestbare optimisme en humor vindt dat ze een geweldig leven heeft. De dertigjarige Single Pauline die door iedereen Poppy wordt genoemd heeft altijd een grap of lach paraat; niets kan haar raken, wat er ook gebeurt. Zelfs als haar fiets is gestolen gaat ze lachend te voet verder al mompelend dat ze het jammer vindt dat ze geen afscheid heeft kunnen nemen. Hoe inemend en met hoeveel expressie in haar gezicht Sally Hawkins de rol van Poppy ook neerzet, toch kreeg ik de regelmatig kriebels bij al dat optimisme en positiviteit.

Zoveel positiviteit en vrolijkheid; dat kan nooit lang goed gaan want scenarioschrijvers zijn dol op plotselinge wendingen en onheil. Ieder moment verwacht je een ernstige ziekte, ongeluk, of een onverwerkt verleden waardoor achter de façade van vrolijkheid eigenlijk een ongelukkig leven blijkt schuil te gaan. Wat dat betreft zet Mike Leigh je op het verkeerde been want er gebeurt uiteindelijk weinig tot niets. Er is nauwelijks een plot en de film kabbelt maar een beetje voort. In haar naïviteit botst Poppy regelmatig met haar omgeving en dit levert hilarische ontmoetingen en situaties op. Leukste is de wekelijkse ontmoeting met haar rij-instructeur Scotty (een briljante tragikomische rol van Eddie Marsan) die racistisch is en overal complottheoriën ziet.

Toch ging ik na een tijdje van de chaotische en immer in schreeuwende kleuren uitgedoste Poppy houden. Happy-Go-Lucky is geen Feel Good Movie. Net als Poppy neem je de film zoals hij is en gun je iedereen zijn ruimte. Gewoon genieten van de vele ontmoetingen en het innemende spel van de vele personages die voorbijkomen.

maandag 12 mei 2008

Hoera


Op elk blog kom je ze tegen in alle soorten en maten: mijlpalen. De 100-ste posting, de 1.000-ste bezoeker, een record aantal page-views; elk rond getal is reden tot een bescheiden virtueel feestje of juist een schaamteloze orgie van zelfbevlekking. Nu is die fascinatie voor ronde getallen niet zo vreemd en van alle tijden. Een 25 jarig huwelijk gaat zelden ongemerkt voorbij en een 30-, 40- of 50ste verjaardag wordt ook anders gevierd dan een "gewoon" tussenjaartje. De beursindex kan maandenlang tegen de 500 puntengrens aanhikken en is deze eenmaal genomen dan moeiteloos en zonder verdere aanleiding vrolijk doorstijgen.

Wat te denken van de moeder aller ronde getallen: het jaar 2000 ofwel de millenniumwisseling. Maandenlang werden we bestookt met aanstormende catastrofes van apocalyptische omvang; van millenniumbug die kerncentrales op hol zouden laten slaan tot de komst van Planet X. Jammer voor alle doemdenkers maar de start van het jaar 2000 was helemaal niet het moment van de millenniumwisseling. 2000 was namelijk het laatste jaar van het 2e millennium. Begrijpelijk was het wel om de start van het jaar 2000 aan te grijpen als de overgang naar een volgend millennium. Al duizend jaar keken we immers aan tegen jaartallen die met een 1 begonnen. Het moment dat dit wisselde naar een 2 moest dan ook wel iets bijzonder zijn. Bijzonder was het wel maar helaas was het niet het begin van het derde millennium en dus ook niet de overgang naar de volgende eeuw. Het derde millennium begon namelijk pas op 1 januari 2001 omdat onze jaartelling nu eenmaal met het jaar één begonnen is en er nooit een jaar nul heeft bestaan (dat is alleen een moment). De echte millenniumwisseling vond dan ook plaats in de nacht van 31 december 2000 op 1 januari 2001 en voorafgaand daaraan was er ineens van geen enkel doemscenario meer sprake. Aftellen; het blijft een lastige kwestie omdat we jaartelling vaak verwarren met verjaardagstelling en dat gaat nu eenmaal wezenlijk anders. Als iemand zegt: "Ik ben 30" bedoelt hij dat hij er dertig jaar heeft opzitten en aan zijn 31ste jaar bezig is.

Hiermee zijn we dan bij de link naar dit blog en mijn eigen mijlpaal. Vandaag viert het blog namelijk haar eerste verjaardag. 12 mei 2007 zette ik het eerste stukje onder de titel Introductie op dit blog. Intussen zijn we één jaar, 118 postings en 2.945 unieke bezoekers verder.

zondag 11 mei 2008

Visite


Alle gevoel voor verhouding vervliegt als je dit voor je ramen voorbij ziet schuiven. Met 12 dekken, plaats voor 2.500 passagiers en een lengte van 293 meter is de Jewel of the Seas het grootste cruiseschip dat Amsterdam dit seizoen aandoet. Ook al lijkt het me niks zo'n cruise, toch zou ik wel eens op het schip rond willen kijken en moet de organisatie en vooral de voorraden ongekend zijn.


Regelmatig schuift ze voor mijn ramen langs en steeds weer vind ik het een mooi schip.

zaterdag 10 mei 2008

Bij Nader Inzien *****


Afgelopen donderdag is de schrijver J.J. Voskuil begraven op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Mijn kennismaking met het werk van Voskuil was de prachtige TV serie Bij Nader Inzien gemaakt door Franz Weisz en uitgezonden door de VPRO in 1991. De serie leverde drie Gouden Kalveren op. Het is alsof Franz Weisz met de serie de begrafenis van Voskuil ensceneerde. De serie begint namelijk (anders dan in het boek) met de 6 vrienden die elkaar na 40 jaar weer ontmoeten op de begrafenis van de zevende vriend die zelfmoord heeft gepleegd (Voskuil verkoos zijn eigen dood dmv euthanasie) en die als schrijver hun vriendschap van vlak na de oorlog in een roman heeft vastgelegd. Na de serie las ik het boek en dat heeft toen diepe indruk op mij gemaakt. Nu leveren recent overleden bekende mensen altijd goede kijkcijfers, dus is de kans groot dat de VPRO de serie gaat herhalen. Mocht dat zo zijn dan raad ik je aan te kijken en vooral te blijven kijken.

Jaren geleden heb ik voor een literair forum een stuk samengesteld ter promotie van het boek Bij Nader Inzien. Het bestaat uit citaten uit het boek, beschrijvingen die ik op internet gevonden had en eigen beschrijvingen. Eigenlijk hoort het helemaal niet op een blog thuis omdat het veel te lang en gedetailleerd is maar ik kan het toch niet laten. Voor de liefhebbers dus. Voor alle anderen; gewoon overslaan, je mist niks.

Bij nader inzien

Een Mieterse roman.

In 1963 kwam de debuutroman van J.J. Voskuil uit; genaamd "Bij Nader Inzien". Het is het verhaal van 7 jonge mensen die, in september 1946, naar Amsterdam komen om aan hun studie Nederlands te beginnen. Het verhaal begint als Maarten Koning, Paul Dehoes, Flap Hupperts, Klaas de Ruiter, Hans Gerretsen, David Grobben en later Henriëtte Fagel in Amsterdam aankomen om hun kamers te betrekken. Via de colleges leren ze elkaar kennen en er ontstaat er een hechte vriendschap.

Het boek is twaalfhonderd pagina’s dik en ogenschijnlijk lijkt er niets wezenlijks te gebeuren, er is geen duidelijk plot en er zijn ook geen dramatische gebeurtenissen met onverwachte wendingen. Toch is het boek boeiend van begin tot eind. Eenmaal begonnen raakte ik er compleet aan verslaafd. Voskuil omschrijft uiterst gedetailleerd, kleine dagelijkse voorvallen en geeft een nauwgezette registratie van het uiterlijk gedrag van de hoofdpersonen. De sfeerbeschrijvingen van het naoorlogse Amsterdam en het studentenleven zijn even schilderachtig als een oude meester. Ook al lijkt er niets te gebeuren, de kracht van het boek zit hem in de langzame, haast onmerkbare, verandering van de karakters van de hoofdpersonen en hun relaties tot elkaar. Het is het verhaal van het verval van een vriendschap.

De hoofdpersoon is Maarten Koning. Als Maarten naar Amsterdam verhuist heeft hij hoge verwachtingen van het leven, zijn studie en van de vriendschappen maar wat hij uiteindelijk krijgt is teleurstelling. De vriendschap tussen Maarten Koning en Paul Dehoes staat in het boek centraal. Zij zijn elkaars tegenpolen en blijven gedurende het hele boek elkaar aantrekken en afstoten. Maarten vertrouwt zijn vrienden volkomen en verwacht van hen hetzelfde. Samen met zijn vrienden wil hij strijden tegen de verburgerlijking. Hij wil voorkomen dat ze "arriveren" en compromissen sluiten met de maatschappij. Hij eist van zichzelf en van zijn vrienden dat ze staan voor wat ze zeggen en schrijven. Toch beseft hij zeer goed dat ook hij gewoon meedoet en na zijn studie gewoon leraar zal worden. Wanneer in de loop van het verhaal één voor één al zijn vrienden leraar worden of wetenschappelijk werk gaan verrichten, voelt Maarten zich verraden.

Maarten mag dan de hoofdpersoon zijn, Paul de Hoes is duidelijk de centrale figuur in de vriendenkring. Hij zoekt altijd de confrontatie en steekt zijn mening nooit onder stoelen of banken. Zijn eis tot "beweeglijkheid" dwingt vriend en vijand voortdurend verantwoording af te leggen van hun standpunten inzake het maatschappelijk leven, de liefde, de literatuur, de politiek en vele zaken meer. Hij gelooft in zijn eigen superioriteit, is welbelezen en welbespraakt. Hij discussieert graag en veel over de meest uiteenlopende theorieën. Eén daarvan is de Grote-Ene-theorie en gaat over de vraag of de ideale vrouw bestaat en of je daar dan naar moet zoeken. Hij beweert dat als je in de praktijk genoegen neemt met tachtig procent, je wel bewust blijft dat het de honderd procent niet is, tenslotte accepteer je daarom eenzaamheid, met de mogelijkheid dat je daardoor de honderd procent weer bereikt. Voor Maarten is het eerder essentieel dat je op de roos mikt, niet dat je hem raakt.

Verreweg de meest intrigerende en zeker de geheimzinnigste figuur in het boek is de autistisch zwijgzame, hyperintelligente en overgevoelige Henriëtte, die met zelfmoordplannen rondloopt en in het geheim gedichten schrijft. Zowel Paul als Maarten worden door haar gefascineerd en dingen als rivalen om haar intellectuele gunst. Aan wie van hen ze de voorkeur geeft, blijft tot het laatst onbeslist. De eerste kennismaking met Henriëtte is op Donderdag 28 oktober 1948. Maarten zit in de collegezaal wanneer hem tussen de mensen een meisje opvalt, een eerstejaars in zijn eigen vak. Ze kan geen plaats vinden en wordt opzij geduwd door de andere studenten die binnen komen. Ze blijft bewegingloos staan, midden in het gedrang. Wanneer alle plaatsen in het amfitheater bezet zijn staat ze nog net zo, tot een jongen haar zijn plaats aanbied; zonder hem te bedanken gaat ze zitten. Maarten is door haar geïntrigeerd en vraagt Hettie haar uit te nodigen voor een samenkomst in huize David. Henriëtte is vanaf dat moment onderdeel van de vriendenkring.

Haar meest opvallende karaktertrek is haar zwijgzaamheid. Zelf zegt ze hierover: "Tot vier jaar heb ik niets gezegd. Toen praatte ik meteen goed." Gaandeweg het boek werd ik nogal verliefd op Henriëtte. Hoewel je haar, door haar introvertheid en zwijgzaamheid nooit echt goed leert kennen. In de regel komt ze niet verder dan een hoofdknikje, een spastische beweging met haar hoofd, een vage beweging van haar hand of het fronsen van haar wenkbrauwen. Zelfs in brieven is het moeilijk voor haar om duidelijk te zeggen wat ze bedoelt. Juist deze mysterieuze en intelligente eigenschappen doen een enorme diepgang vermoeden en maken haar zo aantrekkelijk.

Het voert te ver om alle vrienden te beschrijven maar ieder heeft een rol en plaats in de vriendschap en ieder draagt op zijn eigen manier bij aan het verval. Het boek speelt in een tijd dat er nog geen televisie, popmuziek, video of Internet bestond. De vrienden moesten het doen met een radio, een grammofoon en soms een bioscoopfilm. Er wordt geschreven in en voorgelezen uit dagboeken, verhalen en gedichten worden geschreven, verhalen worden voorgelezen, gediscussieerd over diverse literaire en maatschappelijke onderwerpen, en dat allemaal onder het genot van liters wijn en jenever en een ontelbare hoeveelheid shagjes. Het is de sfeer en de discussies die mij doen verlangen naar die tijd met vrienden, studie, studentenkamers, drank en vrouwen. De oorlog achter je en de toekomst, met grenzeloze ambitie en mogelijkheden, voor je. Dat is het gevoel dat ik krijg bij het lezen van dit boek, het is een verhaal van hoop, mogelijkheden en toekomst en de onvermijdelijke desillusie wanneer duidelijk wordt dat dit alles nooit zal uitkomen.

In het begin had de vriendengroep een gemeenschappelijke vijand, namelijk de maatschappij en de verburgerlijking. In de loop van het verhaal vinden de vrienden een partner, verloven zich, gaan trouwen, krijgen kinderen, emigreren of vinden een baan in het onderwijs of in de wetenschap en de vriendschap valt langzaam uit elkaar. De vriendschap tussen Maarten en Paul houdt het langst stand, maar is uiteindelijk ook niet bestand tegen de tijd. In het slot van het boek gaan Maarten en Paul samen naar een feest. Als ze naar het feest lopen zegt Paul dat hij het niet leuk vindt om er naar toe te gaan. Het eindigt ermee dat hij zich volledig invoegt in het feest. Paul kiest voor de anderen en laat Maarten op het feest zitten.

Maarten dacht indertijd: "we blijven met ons zevenen bij elkaar, we zorgen wel dat we aan geld komen, we slaan ons door het leven heen met ons zevenen". Maar de één na de ander viel af. Maarten is de enige die de vriendschap serieus heeft genomen en hij komt die avond tot het inzicht dat, Bij Nader Inzien, vriendschap niets betekent.

maandag 5 mei 2008

5 mei


5 mei; Bevrijdingsdag. Het is een mooi instituut en de gedachte erachter nog steeds actueel. Ook nieuwe generaties moeten immers weten tot welke gruwelen intolerantie kan leiden en dat onze vrijheid niet vanzelfsprekend is. Maar toch heb ik er niet zoveel mee; met de symboliek bedoel ik, de gedachte erachter natuurlijk wel. Eerst is daar al die naargeestige dodenherdenking die vroeger eerder vragen opriep dan indruk maakte. "Stoppen de treinen dan met rijden, tijdens de twee minuten stilte?"of "En als je nu in de ambulance ligt met een hartaanval, stopt die dan ook twee minuten?". Kinderfantasie blijft nu eenmaal praktisch en kent weinig grenzen en het zal mijn ouders soms tot wanhoop gedreven hebben.

Maar goed, terwijl de stoepen in de nasleep van Koninginnedag nog volop beplakt zijn met de letters "BEZET" gaan toch elk jaar de vlaggen weer uit op 5 mei. De laatste jaren staat 5 mei, bij mij vooral in het teken van het Bevrijdingsconcert aan de Amstel. Elk jaar heeft de sloep Oeverloos een prominente plekt achter het podium als decor voor een feestelijk concert in een sprookjesachtige ambiance. Dit jaar zal ik er niet bij zijn vanwege een voorjaarsweekje Italië maar vorig jaar konden we Beatrix in het langsvaren bijna een hand geven. Het zal wel aan de tijd van het jaar liggen maar al die oude swingende nummers en het traditionele We'll Meet Again bij het vertrek van Bea stemmen eerder weemoedig en melancholiek dan vrolijk. Het verstrijken van de tijd voelt soms als een refrein van vergankelijkheid. Steeds op reis door het leven worden we nu eenmaal, of we willen of niet beïnvloed door de keuzes die we maken en de mensen die we ontmoeten en weer uit het oog verliezen maar die een onuitwisbare indruk achterlaten... Happy Birthday.

zaterdag 3 mei 2008

La Graine et le Mulet ***


Franstalige film van de hier onbekende Tunesische filmmaker Abdel kechiche over een Algarijnse immigrantenfamilie die in Zuid Frankrijk een bestaan heeft opgebouwd. La Graine et le Mulet is een mengeling van soap, humor, sociaal drama, familie-epos, racisme en integratieproblematiek; niet echt te plaatsen dus. Je moet je echt door de eerste scènes heenworstelen want de film begint met een familie-etentje dat eindeloos voortduurt terwijl er aan de conversatie geen touw is vast te knopen. Het schreeuwerige geklets met meest volle mond wekt al snel irritatie op. Ben je hier eenmaal doorheen dan ontvouwt zich een prachtige film die niet een éénduidig verhaal vertelt maar waarbij je als toeschouwer onderdeel van de familie wordt.

Slimane werkt 35 jaar voor de plaatselijk scheepswerf als hij te horen krijgt dat hij ontslagen zal worden. De zwijgzame vader van het grote gezin laat het gelaten over zich heenkomen en van zijn vertrekpremie koopt hij een oude en vervallen boot om zijn droom te verwezelijken: een drijvend CousCous restaurant beginnen. Zijn ex-vrouw kan fabelachtige CousCous maken, maar van haar en zijn kinderen krijgt hij weinig hulp. Alleen de dochter van zijn nieuwe vriendin gelooft in zijn plan en steunt hem onvoorwaardelijk in de strijd tegen bureaucratische ambtenaren en onwillige financiers voor wie de vele regels en wetten een welkom excuus lijken om hun onderhuids racisme te verbergen. Om de blanke elite te overtuigen besluiten Slimane en zijn stiefdochter Rym tot een gewaagd plan.

De rol van Rym wordt gespeeld door de aantrekkelijke Hafsia Herzi. Met haar doortastende optreden, innemende spel en dikke sensuele buik trekt ze de hele film naar zich toe. Voor haar rol is ze dan ook terecht overladen met prijzen (oa beste actrice op het Filmfestival van Venetië). La Graine en le Mulet vraagt geduld en uithoudingsvermogen van de kijker. Maar wie de moeite neemt en door het trage tempo, de eindeloze discussies en pannen vol CousCous heenkijkt ziet een wonderschone film.

donderdag 1 mei 2008

Taken *


Actiethriller van Pierre Morel, waarin voormalig geheim agent Bryan (Liam Neeson) al zijn ervaring en ongeoorloofde middelen aan moet wenden om zijn door Oost-Europese gangsters (gespecialiseerd in vrouwenhandel en prostitutie) ontvoerde dochter terug te halen. De Amerikaanse Bryan richt daarbij in zijn eentje een ware ravage aan in Parijs, laat een spoor van lijken achter en niets of niemand kan hem stoppen. Voor Bryan dé mogelijkheid om zijn jarenlang verwaarloosde vaderrol in één keer goed te maken en tegelijkertijd indruk te maken op zijn ex-echtgenoot.

Op zoek naar zijn dochter komen we van alles tegen; van gedrogeerde hoeren tot zware gangsters en corrupte politici. Uiteindelijk is Bryan net op tijd om te voorkomen dat de bovenste baas van de criminele organisatie (een Arabische sjeik) zich aan zijn maagdelijke dochter vergrijpt en volgt de emotionele hereniging tussen vader en dochter.

Famke Janssen als ex-echtgenoot komt er wat bekaaid af en speelt niet al te best. Vierkante dialogen, ééndimensionale karakters en een stoffig en voorspelbaar plot doen Taken geen goed. Hou je van actie (en een even grappige als pijnvolle martelscène) dan heb je gegarandeerd een topavond.