maandag 28 juni 2010

Mr. Nobody ***


Nothing is real, everything is possible

Ik heb het niet zo op Science Fiction films. "Spelend in de verre toekomst" is maar al te vaak een vrijbrief voor de meest ongeloofwaardige en vreemde verhalen. Afzichtelijke monsters, onbegrijpelijke machines, tijdreizen... Met dit soort zaken in een film wordt mijn irritatiegrens binnen de kortste keren met zo ongeveer de lichtsnelheid overschreden. De enige manier waarop ik een SF-film kan verdagen is als deze gebaseerd is op een interessant idee of een boeiend gedachte experiment. Mr. Nobody is zo'n film. 

In een wereld waar mensen niet meer doodgaan van ouderdom is de 120-jarige Nemo Nobody de laatste sterfelijke mens op aarde. Omdat hij zijn einde snel voelt naderen kijkt hij terug op een soort van "What If..." manier. Altijd leuk; filosoferen over de mogelijke levens die we hadden kunnen leiden als we niet/of juist wel... Omdat het leven nu eenmaal uit oneindig veel (toevallige) beslis-momenten bestaat en Nemo ze bijna allemaal afloopt levert dit een uiterst complexe film op waarbij een stuk of vier verhaallijnen door elkaar lopen. Met als motto: "Zolang je niet kiest, is alles nog mogelijk" blijkt Nemo er een tamelijk gecompliceerde gedachtewereld op na te houden wat weer voortkomt uit het feit dat hij als kind een onmogelijke keuze heeft moeten maken.

Kortom; interessant thema dat een tamelijk ingewikkelde film oplevert. De Belgische filmmaker Jaco van Dormael kreeg voor de uitwerking maar liefst een budget van 33 miljoen Euro wat Mr. Nobody meteen tot de duurste Belgische film ooit maakt. Met zo'n zak geld kon Dormael zich helemaal uitleven en heeft hij er een visueel overdonderend spektakel van kunnen maken. De behandeling van Het Butterfly Effect, De Chaostheorie en de invloed van Fermonenen op vrouwen zou je nog kunnen afdoen als overambitie van de maker maar wat betreft de lengte heeft Dormael duidelijk geen maat kunnen houden. Een speelduur van meer dan 2,5 uur is echt teveel van het goede en maakt Mr. Nobody tot een (te) lange zit. Uiteindelijk concludeert de stervende Nemo dat we maar bar weinig invloed op ons leven hebben: "Alles had anders kunnen zijn, maar dan zou het evenveel betekenis hebben". (Trailer)

zondag 27 juni 2010

Afterschool **


Als je de meeste Highschool films moet geloven gaat het er op de Amerikaanse scholen vrolijk en onbezorgd aan toe. Prom-nights, macho sportwedstrijden met sexy cheerleaders en leuke sociale netwerken met hier en daar een stiekeme joint staan garant voor het afleveren van positieve, ontwikkelde en kansrijke modelburgers. De Amerikaanse filmmaker Antonio Campos denkt daar echter heel anders over. Hij laat met zijn debuutfilm Afterschool een heel andere kant van het zorgeloze high-school leventje zien. Man, wat een afstandelijke en eenzaame periode moet dat voor de leerlingen zijn als je Campos moet geloven.

Afterschool speelt op een dure elitaire privé school waar de eenzame Robert zijn omgeving van een afstand waarneemt en met zijn camera het schoolleven vastlegt. In zijn vrije tijd houdt hij zich uitsluitend bezig met internet: gewelddadige porno, moorden en extreme You-Tube filmpjes zijn favoriet. Er is weinig aan de hand totdat twee populaire meisjes (een tweeling) aan een overdosis vergiftigde drugs sterven en Robert dit (per ongeluk) met zijn camera vastlegt. De school is geschokt en als verwerkingsproces vraagt de directeur aan Robert een videoproject op te zetten ter herinnering aan de tweeling. Robert pakt dit op geheel eigen wijze aan. In zijn drift aan te tonen wat er werkelijk aan de hand is op de school nemen de spanningen flink toe en is een confrontatie onvermijdelijk.

Dat Campos met Afterschool aan wil tonen dat er flink wat mis is in de onechte Amerikaanse samenleving is duidelijk. Een overkill aan porno en geweld doet niemand goed maar om er nu een compleet pessimistisch drama van te maken waarin niemand deugt of om elkaar geeft vergt teveel van mijn inlevingsvermogen en komt ook niet erg realistisch over. (trailer)

zondag 20 juni 2010

Ondine ***

So, what's the story?

De trailer oogt aantrekkelijk en mysterieus met mooie beelden in groen- en blauwtinten van ruige Ierse landschappen. Ondine ziet eruit als een Iers sprookje in een modern jasje en gedurende driekwart van de film is dat het ook.

Syracuse (Colin Farrell) is een Ierse visser die op een dag een vrouw in zijn net naar boven haalt. Halfnaakt ligt ze daar tussen de spartelende makrelen; ze leeft is bloedmooi en blijkt erg gewillig. Als haar gezang de vissen als vanzelf in Syracuse's netten doet springen kan ze helemaal niet meer stuk en wenst de visser dat ze blijft en verstopt hij haar in zijn vissershuisje. Zijn te wijs voor haar leeftijd en wegens een nierziekte aan haar rolstoel gekluisterde dochtertje (Alison Barry) heeft echter al snel in de gaten dat er iets aan de hand is. Ze gaat op onderzoek uit en komt tot de conclusie dat de vrouw die zichzelf Ondine noemt geen mens is maar een zeewezen genaamd Selkie. Volgens al eeuwen bestaande legendes in Ierland, Schotland en IJsland is een Selkie een soort zeehond die een mens kan worden door haar huid af te leggen. Regisseur Niel Jordan neemt uitgebreid de tijd de kijker over de leefgewoontes van Selkies in te lichten en grijpt hiervoor gelukkig elke gelegenheid aan de mooie Ondine (gespeeld door de Poolse Alicja Bachleda) in doorweekte jurken, lingerie of halfnaakt in beeld te brengen.

Lange tijd heb ik gedacht naar een echt sprookje te kijken en begon al bijna in het bestaan van Selkies te geloven. Helaas vond de filmmaker het nodig het sprookje op het eind tamelijk onverwacht om zeep te helpen door er met een paar gekunstelde en geforceerde wendingen ineens een soort thriller van te maken. Dat is jammer want een open einde was een veel mooiere manier geweest om de film in balans te houden.

Het echte sprookje blijkt zich buiten de film afgespeeld te hebben. Colin Farell (al jaren vrijgezel) was zo onder de indruk van Alicja Bachleda dat hij zich liet strikken door de Poolse. Inmiddels blijken ze ook al samen een kind te hebben. Hoe wrang kan de realiteit zijn; de visser gevangen.

maandag 14 juni 2010

Agora ***

Religie en wetenschap gaan niet goed samen. Dat was in de tijd van Copernicus en Galilei al het geval en is er na de evolutietheorie van Darwin niet echt beter op geworden. De Spaanse regisseur Alejandro Amenábar (oa. The Others en Mar Adentro) heeft deze tegenstelling tot uitgangspunt voor zijn nieuwste film genomen. Agora speelt zich af in het jaar 391 na Christus in het Egyptische Alexandrië dat dan nog onderdeel is van het Romeinse Rijk. Hoofdpersoon is de (vrouwelijke) atheïstische wetenschapper Hypathia (Rachel Weisz) die in de legendarische Bibliotheek van Alexandrië als filosoof en wiskundige kennis vergaart. Ze is geobsedeerd door de kosmos, de beweging van de planeten en met name de plaats en rol van de aarde in het universum. Agora speelt in de tijd dat het Romeinse Rijk in verval is en het Christendom sterk in opkomst. Zo sterk in opkomst dat er een opstand uitbreekt en Christen fundamentalisten de bibliotheek bestormen. Hypathia moet vechten om de totale vernietiging van kennis en cultuur te voorkomen. Ondertussen blijken haar slaaf en één van haar leerlingen ook nog verliefd op de mooie Hypathia te zijn.

Altijd al heb ik willen weten hoe de Bibliotheek en de Vuurtoren van Alexandrië (Eén van de zeven wereldwonderen) eruit zullen hebben gezien. Met een on-Europees budget van vijftig miljoen Euro is het Amenábar gelukt dit op een overweldigende wijze vorm te geven. In plaats van de gebruikelijke digitale illusie is de havenstad compleet nagebouwd. Visueel mag het er dan allemaal prachtig en gedetailleerd uitzien het verhaal is minder subtiel. De Christenen worden zonder uitzondering afgeschilderd als moordlustige fundamentalisten die voortdurend met stenen in hun tas rondlopen voor het geval er weer iemand gestenigd moet worden. Ook al krijgt de film hierdoor een hoog Good versus Bad gehalte toch voert dit niet de boventoon. Het vergt namelijk niet veel fantasie om in de Christenen van toen de intolerante en fundamentalistische islam van nu te herkennen. Fanatisme en religieuze verdwazing is van alle religies en leidt per definitie tot intolerantie en geestelijke armoede lijkt Amenábar te willen zeggen. Een boodschap die 1600 jaar later actueler is dan ooit.

donderdag 10 juni 2010

Three Miles North of Molkom ***

Elk jaar wordt diep in de bossen van Zweden, drie mijl boven het plaatsje Molkom, het No-Mind festival gehouden. Duizend mensen van allerlei nationaliteiten komen samen om zich twee weken lang over te geven aan de meest uiteenlopende New-Age rituelen. Twee Britse documentairemakers kregen toestemming het volledige festival van binnen uit te filmen. Ze deden dit door een groep van zeven deelnemers op de voet te volgen. Hierdoor ontstaat een intiem kijkje in de emotionele achtbaan waarin de groep terecht komt. Via vuurlopen, zweethut sessies, sjamanisme, Tibetaans keelzangzingen, het bosbeest in jezelf losaten en tantra-seks hopen ze dichter bij zichzelf te komen en gelukkiger te worden want één ding is al snel duidelijk; in Three Miles North of Molkom voelt geen van de deelnemers zich buitensporig gelukkig.

Gelukkig is één van de deelnemers de Australische rugbycoach Mick die per ongeluk op het festival terecht is gekomen. Mick is een buitenbeentje in de groep wat al meteen blijkt uit zijn omschrijving in onvervalst Australisch na afloop van de eerste intieme zelfreflectie workshop: "The biggest pile of shit I've ever heard". In eerste instantie ziet Mick het festival niet anders dan een samenkomst van "A Bunch of Treehuggers" en voelt zich doodongelukkig tussen zijn zingende en dansende groepsgenoten die elkaar voortdurend aanmoedigen en aanraken. Gelukkig hebben de makers er niet één lang sarcastisch en cynisch verslag van gemaakt. Door de groep te volgen leer je de personages en hun beweegreden kennen. Ook Mick laat naarmate de week vordert zijn scepsis uiteindelijk varen maar dit wordt meer veroorzaakt doordat hij verliefd wordt op één van de deelneemsters dan door diepere inzichten en innerlijke rust.


Three Miles North of Molkom heet een documentaire te zijn maar de personages zijn zó goed gecast en de gesprekken en gebeurtenissen zó goed getimed dat ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat er zo nu en dan geregisseerde scènes tussen zitten. Niet dat dit voor de film veel uitmaakt want Three Miles North of Molkom is bij vlagen grappig en ontroerend maar soms ook ronduit saai. Hierdoor wordt het nergens die hilarische en confronterende documentaire die ik verwachtte na het zien van de trailer. Deze lijkt veelbelovend maar blijkt uiteindelijk een samenvatting van de leukste fragmenten van de film. 

donderdag 3 juni 2010

Balibo ****

Politieke thrillers, oorlogsjournalistiek en films gebaseerd op ware gebeurtenissen zijn niet mijn favorieten in de bioscoop. Balibo combineert ze alle drie en toch vond ik het een sterke film die me raakte.

Oost-Timor werd in 1975 na 400 jaar van Portugese overheersing onafhankelijk. Negen dagen later, op 6 december 1975, viel het Indonesische leger de hoofdstad Dili binnen om een einde te maken aan deze prille zelfstandigheid en het eilandje de komende 24 jaar bezet te houden. Balibo is een plaatsje op Oost-Timor waar vijf Australische journalisten als enige internationale getuigen verslag van de op handen zijnde Indonesische invasie trachten te doen. Ze verdwijnen echter spoorloos en blijken later vermoord. De film Balibo vertelt het verhaal van deze tragische maar vergeten gebeurtenis. Ik had er nog nooit van gehoord en dat blijkt ook niet zo vreemd want het verhaal van The Balibo Five (zoals ze genoemd worden) is zelden verteld.

De Australische filmmaker Robert Connolly heeft er bijna 35 jaar later een film over gemaakt. De film volgt twee verhaallijnen; die van Roger East in zijn speurtocht naar het lot van de twee maanden daarvoor verdwenen journalisten en tegelijkertijd (in flash backs) de belevenissen van de vijf journalisten op hun weg naar het noodlot. Roger wordt in zijn zoektocht geholpen door een jonge opstandelingen, José Ramos-Horta; de latere President van Oost-Timor én Nobelprijswinnaar voor de Vrede. Daarnaast is er nog een derde verhaal; dat van Juliana die na 25 jaar het verhaal van Roger vertelt. Sommigen vinden deze drietrapsraket te gecompliceerd of zelfs ronduit irritant maar ik vond het juist een uitermate boeiende en afwisselende manier van vertellen. Mij hield het in ieder geval scherp; de mooie opnames in jaren 70-stijl ondersteund door goed gekozen muziek en het uitstekende acteerwerk deden de rest.

De wrede invasie, de genocide die daarop volgt, het tragische lot van Roger East maar vooral het feit dat de VN en de rest van de wereld de andere kant opkeek en niets heeft gedaan om dit te voorkomen komen indrukwekkend aan bod. Jammer dat hij maar in een beperkt aantal zalen draait want zowel het verhaal als de film verdient meer dan een woensdagmiddag in De Uitkijk.

Voor de trailer klik je hier en inlezen in de feiten en historie kan hier.

woensdag 2 juni 2010

Muurnavel

Het Stenen Hoofd is een ruig, braak liggend stukje land bij mij om de hoek. Als een mini schiereiland strekt het zich eigenwijs uit in het IJ. De Natte Punt van Het Stenen Hoofd ligt hierdoor letterlijk in de scheepvaartroute en bezorgt elke Cruise-schip kapitein ongetwijfeld angstzweet bij de passage van Amsterdam's smalste stukje IJ.

Het Stenen hoofd is in 1903 gebouwd op een constructie van meer dan 10.000 houten palen voor de overslag van goederen van schip naar trein en vrachtwagen. Door technische gebreken en verplaatsing van de havenactiviteiten naar het Westen heeft Het Stenen Hoofd haar overslagfunctie echter al lang geleden verloren. Sindsdien ligt het er gewoon te liggen en de laatste jaren dient het als locatie voor kleinschalige culturele evenementen zoals het Pluk de Nacht Festival. Je hoeft geen stedenbouwkundig ingenieur te zijn om te zien dat het Stenen Hoofd een unieke locatie aan het IJ is. Met de ambitieuze ontwikkeling van de IJ-Oevers en de onstuimige bebouwing van de laatste jaren is het eigenlijk een wonder dat dit laatste restje "grond" nog steeds onbebouwd is. Gelukkig is er de Stichting Het Stenen Hoofd die zich inzet voor het behoud van het open karakter.

Sinds deze week heeft de stichting er echter een onverwachte bondgenoot bij. Eentje van formaat mag ik wel zeggen. Plantenonderzoekers hebben namelijk op Het Stenen Hoofd Muurnavel (Umbilicus rupestris) aangetroffen. Muurnavel is slechts eenmaal eerder in Nederland aangetroffen (ook al in Amsterdam en wel op een walmuur bij het Entrepotdok). Met een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen koester ik deze groene bondgenoot waarvan de stichting Floron (die het onderzoek naar wilde planten in Nederland coördineert!!) gaat onderzoeken hoe het hier is gekomen. Als een enkele Korenwolf of Rugstreeppad de bouw van complete bedrijventerrein kan stilleggen moet ons exotisch vetplantje op zijn minst in staat zijn Het Stenen Hoofd in de toekomst te veranderen in het grootste terras van Amsterdam of een podium aan het IJ in plaats van een bouwput voor (alweer) een luxe woontoren. Als dit inhoudt dat ik hierdoor voor altijd  gevrijwaard ben van grootschalige bebouwing dat mijn uitzicht ernstig zal beperken ben ik vanaf vandaag dan ook officieel grootstedelijk natuurliefhebber en verwelkom én omarm ik hoogstpersoonlijk Vara's Vroege Vogels en alle overige muesli-vretende-baarden-op-sandalen die ongetwijfeld de komende tijd ons Stenen Hoofd zullen bevolken.